De Provence in de twaalfde eeuw. Raimon, zoon van een burchtheer, verliest zijn vader en zijn erfdeel. Hij wordt naar de abdij van zijn oom gestuurd. Als hij de vreemde liefhebberij van de abt ontdekt, moet hij voor straf op pelgrimage vertrekken. Onderweg leert hij luit spelen en liedjes maken en wordt hij verliefd op de vrouw van zijn erfvijand. Dan komt hij voor een gruwelijk dilemma te staan: ten strijde trekken tegen zijn eigen moeder of de liefde van zijn leven verraden. De Leeuwerik speelt in de tijd dat de troubadours de liefde uitvonden. In deze opwindende ridderroman vervlecht Claes op vernuftige wijze de hoofse cultuur met de geschiedenis van de muziek.