Ervaringen in een Japans Zen klooster Janwillem van de Wetering werd in 1931 in Rotterdam geboren. Op zijn 20ste jaar begint hij een zwerftocht die hem in 7 landen zal laten wonen en die 13 jaar duurt. Na een korte studie in de filosofie in Engeland vertrekt hij naar Japan waar hij, in een Boeddhistisch klooster, als leerling van een Zenmeester wordt aangenomen. Door een samenspel tussen Zenmeester en discipel wordt een verandering van levensinstelling teweeggebracht. Meditatie-training en de dagelijkse omgang met 'verlichte' geesten lijken de ideeën van de jongeman - een product van de jaren zestig - eerder te versterken dan te vernietigen. Toch ontstaat er een positiviteit, een acceptatie van het gebeuren in de wereld, een bereidwilligheid om aan het leven mee te doen, hier en nu, zonder op resultaten te letten, maar desondanks proberend de handelingen van elke dag zo goed mogelijk te doen. Terugkomende twijfel doet hem het klooster weer verlaten maar een begrip is geboren. Zijn Zenstudie wordt later weer hervat en daarmee begint opnieuw de worsteling met de koan, de geheimzinnige en onlogische vraag die iedere Zenmeester aan iedere leerling stelt, de tijdbom die eens moet ontploffen en waarvan geen enkele leerling zich los kan maken.