Afgodenschemering (1888) is de definitieve afrekening van de beeldenstormer Nietzsche met de afgoden van zijn tijd. In krachtige sententies hamert hij dubieuze ideologieën (christendom, feminisme, socialisme), kwalijke denkbeelden (nationalisme, antisemitisme) en twijfelachtige reputaties (Wagner, Socrates) af. Nietzsches ambitie ‘in een tiental zinnen te zeggen wat ieder ander in een boek zegt – wat ieder ander in een boek niet zegt…’ resulteert in briljante passages als ‘Hoe de ware wereld ten slotte tot fabel werd’, waarin het bestaan van een ideeënwereld áXML </FLAPTEKST>