'Een fenomeen zoals je het nergens in de wereld tegenkomt,' schreef de Volkskrant de dag na zijn dood. Journalist Willem Oltmans kon treiteren en amuseren, ruziede op tv met Adriaan van Dis en Sonja Barend, werd vrienden met dictators, was de eeuwige vijand van minister Joseph Luns, en spande een groots en meeslepend proces aan tegen de Staat der Nederlanden. Schitteren op het wereldtoneel was wat Oltmans het liefst deed. Hij koketteerde met zijn gegoede komaf, wist naar eigen zeggen het fijne van internationale complotten, ging prat op toegang tot de hoogste kringen en iedereen mocht weten van zijn wilde seksleven in de homowereld. Achter de façade school een eenzame man die zijn grote liefde 38 jaar lang onbeantwoord zag. Tot 12 mei 2000: het enfant terrible van de Nederlandse journalistiek kreeg acht miljoen gulden schadevergoeding omdat de overheid hem jarenlang had gedwarsboomd in zijn werk. Vriend en vijand waren met stomheid geslagen. Edwin Oden sprak met vele betrokkenen, die openhartig verhalen van Oltmans' jeugd, connecties, ambities en turbulente liefdesleven, zijn klopjacht op de moordenaars van Kennedy, zijn proces tegen de staat, zijn geheime ingang bij de Oranjes en zijn legendarische dagboek, dat met vijftienhonderd delen mogelijk het omvangrijkste ter wereld is.