Voor Maarten Mourik is alle creativiteit verzet tegen de dood. De dood niet als stervensproces, maar als onontkoombare en onomkeerbare vernietiging van de persoonlijkheid. Het enige verweer tegen de dood is zich voortplanten, in fysieke of geestelijke zin. En de enige beschutting is liefde, al is ook die vergankelijk. Van deze instelling getuigen de acht dichtbundels die Mourik schreef, zijn aangrijpende oorlogskroniek 'Brandenburgs requim', en nu ook dit "Afscheid van de dingen". In deze autobiografische notities geeft hij aan tientallen voorwerpen die in zijn leven een rol speelden, van pendule tot stolpboerderij, liefdevolle aandacht. Daarbij ontvouwt zich in sobere bewoordingen zijn wisselvallige tocht door het leven, een reis door ruw terrein, die hem een laat geluk bracht. Deze terugblik op zijn leven is een boeiend ontwikkelingsverhaal.