Dit essay is het resultaat van een zoektocht die begonnen is met twijfels omtrent een politieke overtuiging. Twijfels waaruit aloude vragen naar voren kwamen als 'Wat is de mens eigenlijk voor een entiteit?', 'Tot waar reiken de vermogens van de mens?' en 'Wat moet een mens doen?'. Dat maakte deze zoektocht tot een filosofische zoektocht. Een zoektocht die niet beperkt is gebleven tot westerse filosofie, maar die tevens oosterse filosofie heeft aangedaan. Het resultaat is een variatie op de kritische filosofie van Immanuel Kant (17 april 1724 - 12 februari 1804). Een variatie waarin een poging wordt ondernomen de tegenstelling tussen idealisme en realisme te overstijgen en het begrip vrijheid opnieuw vorm te geven aan de hand van het centrale thema van de Kyoto-school 'sunyata' dat 'leegte' betekent. Desalniettemin blijft de categorische imperatief, waar Immanuel Kant mede zijn roem aan heeft te danken, overeind als morele grondregel. Sterker nog, de reikwijdte van de categorische imperatief wordt in deze variatie op Kants kritische filosofie zelfs wat groter. Koen Stuve (1976) heeft geschiedenis gestudeerd aan de Universiteit Utrecht en werkt als adviseur bij de rijksoverheid. Hij heeft zich de laatste jaren in zijn vrije tijd beziggehouden met filosofie. Dat betrof niet alleen zelfstudie. Zo heeft hij, bij wijze van inleiding, de basisopleiding Geschiedenis van de Filosofie gevolgd aan de Internationale School voor Wijsbegeerte in Leusden en heeft hij bij het schrijven van dit essay weerwoord gezocht bij Filosofisch Bureau De Vries.