De mooie dagen van mijn jeugd is een uniek document: het dagboek van een Joods meisje uit Transsylvanië, dat ze bijhield in Auschwitz en andere concentratiekampen. In die macabere, verwrongen wereld waarin de jonge Ana Novac lacht en huilt, honger lijdt en eet, moet ze bevatten wat het betekent om te sterven of te overleven. Het is vreemd, griezelig, begrijpelijk en verwarrend tegelijk hoezeer het bezit van papier en een stompje potlood en uiteindelijk het schrijven zélf de inhoud worden van haar leven: ik schrijf, dus ik besta.