Douwe Flinx – ooit zelf Kapitein van de Nachtwacht – belandt in zijn ruige, norse verleden. In het verleden leven is lastig. Sterven in het verleden is een makkie. Toch moet hij er een moordenaar opsporen en een opstand bedwingen. En als hij wint, verliest hij alles… Berooid belt hij aan zijn eigen deur, maar er doet een wildvreemde butler open en de jongedame die daar woont (en die hem bekend voorkomt) weet ook al niet wie hij is. Alleen helemaal onderaan de ladder krijgt hij grond aan de voeten. Bij een nog prille Roosje de Koffer bijvoorbeeld. En dan is daar telkens die geheimzinnige straatveger – die schijnt er meer van te weten.