In het begin van de jaartelling wordt in Rome een jongen geboren: Marcus. Zijn ouders hebben een verstandshuwelijk en zijn moeder stuurt het kind naar Seleme, een jonge slavin, die de jongen voedt en grootbrengt. Later verkoopt Marcus' moeder Seleme aan een bordeel. Marcus is dan vijf jaar en het verlies van Seleme raakt hem zó dat hij blind van verdriet wordt. Dan benadert zijn grootvader de mysticus en astronoom Anjalis, om de in zichzelf gekeerde jongen te genezen. Anjalis wil zijn tijd eigenlijk niet aan zo'n kind verdoen, maar als hij Marcus ontmoet, verdwijnen zijn bedenkingen. Het is het begin van een boeiend gevecht, waarbij Anjalis de jongen laat ervaren hoe de wereld en de mensen in elkaar zitten.