Deze bundel bevat de serie lezingen die Orhan Pamuk hield aan de prestigieuze Harvard University over de kunst van het romanschrijven. Uitgangspunt daarbij was de bekende tweedeling in naïve en sentimentele schrijvers - 'De naïeve dichter is natuur [onbewust]; de sentimentele zoekt haar [reflecterend]', van Friedrich Schiller. Aan de hand van zijn favoriete romans van Tostoj, Dostojevski, Stendhal, Flaubert en Proust onderzoekt Pamuk vervolgens de spanning tussen beide benaderingen, die aan de basis ligt van alle romanschrijven. Daarbij is hij vooral geïnteresseerd in de 'geheime kern', de wijsheid die de literatuur de lezer te bieden heeft. Hij laat uit de eerste hand zien hoe karakter, plot, tijd en plaats een cruciale rol spelen in het creëren van een fictieve wereld.