In het Frankrijk van vlak voor de Tweede Wereldoorlog staat de gevluchte Duitse jood Otto Edelstein gedurende enkele maanden de doodzieke cultuurfilosoof Walter Benjamin terzijde. Deze bezit een aquarel, 'de Nieuwe Engel', van Paul Klee, waarmee Otto een opvallende gelijkenis vertoont. De filosoof kent daar een mystieke betekenis aan toe en beseft dat hij in de jongeman zijn noodlot heeft ontmoet.