In april 1981 begon Harry Mulisch aan de 6e versie van een roman waaraan hij met grote tussenpozen sinds 1961 werkte: 'De ontdekking van Moskou'. Omdat het voor die roman noodzakelijk was een van de hoofdpersonages wees te maken, kwam de schrijver op een idee dat de kiem vormde van zijn succesroman 'De aanslag': Onmiddellijk verscheen er een situatie van vier huizen voor mijn ogen, aan een bevroren kanaal...Ik dacht aan zo'n 6 of 7, desnoods 10 bladzijden voor die episode, maar het werder er meer en meer, zonder dat het einde in zicht kwam: het begon uit te groeien tot een gezwel, een carcinoom dat mijn roman dreigde te vernietigen. Op 21 januari besloot ik operatief in te grijpen, de roman er van te bevrijden en het fragment uit te werken tot een afzonderlijke novelle. Ik nam een stanleymes en sneed de 29 pagina's uit het dikke, folio-notulenboek, waarin ik werkte. Deze uitgave van De 'oer-aanslag' bevat de 29 handgeschreven pagina's in facsimile, een transcriptie van de tekst en een