Als Smithy 's morgens langs de spoorbaan naar de wijnberg loopt en 's avonds volledig nuchter terugsjokt naar zijn stille huis, wordt hij steeds vaker door de meest pijnlijke herinneringen overvallen. Op zijn oude dag moet hij concluderen dat hij van zijn leven een zooitje heeft gemaakt. En hij heeft gemerkt dat een barmhartige roes geen redding biedt. Op een avond staat Charlotte voor zijn deur, op de vlucht voor haar man, een alcoholist die verdacht wordt van doodslag. Of hij haar voor een paar dagen onderdak kan bieden? Smithy voelt dat dit misschien een kans is om nog iets zinvols te doen, iets goed te maken. Maar al snel ontvangt hij signalen dat hij een hoge prijs moet betalen als Charlotte bij hem blijft wonen.