Op een plantage leidt een oude negerslaaf een kwijnend bestaan. De komst van een bloedhond, die weglopers moet opsporen, brengt zijn lang onderdrukte onrust aan de oppervlakte. De oude slaaf belsuit weg te lopen. Op zijn vlucht door het bos, achtervolgd door de vervaarlijke bloedhond, hervindt hij zijn gevoel mens te zijn.