In De overdaad gaat het steeds om het magische moment dat een bijzondere persoonlijke ervaring plotseling het ijkpunt wordt voor al onze ervaringen, voor wat echt is en niet echt. Momenten waarin we ons even, lachend of huiverend, direct aangesloten weten op de hoofdader van het leven. Of hij nu schrijft over het voetenwerk van Muhammad Ali, de toverstaf van het toeval, Teletubbies, de droomkamer van de rock 'n'roll, verlies en verlangen, dwaze moeder, godvergeten acteurs, dienstmeisjes, een Vietnam-T-shirt of over Sylvia Plath als paardenverschrikster - steeds weet Roel Bentz van den berg met zijn doorleefde stijl en zijn eigen geschiedenis als inzet in De overdaad een kracht te mobiliseren die je 'ziel' zou kunnen noemen, 'beschutting tegen de storm die botten breekt'.