Victor Van Londersele is een Vlaamse jongen van zestien in het België van rond de eeuwwisseling. Hij groeit op in een klein plaatsje vlak bij Aalst. Iedereen werkt daar in de fabriek en Victor beseft al snel dat zijn toekomst in dat uitzichtloze arbeidsleven zal liggen als hij geen actie onderneemt. Het grauwe, armoedige bestaan wordt voor hem alleen opgeluisterd door de kleurrijke figuur van Omer de Gazet, een man met verhalen over verre streken en vreemde gebeurtenissen. Voor Victor wordt duidelijk dat er maar één uitweg is: Amerika. Op een dag komt zijn grote kans, hij kan via Antwerpen meevaren naar Liverpool. In die Engelse stad wachten de grote transatlantiekers. Tussen de dekken met de luxueuze verblijven, restaurants en salons van de rijken en de snikhete machinekamers en opslagplaatsen vervoeren deze machtige varende paleizen de avonturiers, gelukszoekers en kanslozen op hun weg naar betere tijden.