Mathis, het hoofdpersonage, wordt als vijfjarige knaap door een cisterciënzermonnik naar Wolpen gebracht waar Chrétien de Calais, de commandeur van het Tempelhuis, zich om bijzondere redenen over hem ontfermt. In de nacht van 13 oktober 1307 worden alle Tempeliers in Frankrijk op bevel van Philips de Schone gearresteerd en in kerkers opgesloten. De volgende dag krijgt Mathis van Wolpen een erg vreemde opdracht. Hij moet drie oude en vooraanstaande Tempelridders naar een veilig onderkomen begeleiden. Hij vertrekt zonder dat hij afscheid kan nemen van zijn vriend Goran. Die dag betekent voor hem het begin van een boeiende en vaak gevaarlijke zoektocht, vooral naar zijn onbekende ouders en zijn innerlijke ik. De Paarse Ruiter: een spannend verhaal, knap gestructureerd, sterke karaktertekening.