Gideon Richter heeft zijn fortuin verdiend als handelaar namens de VOC. In het begin van de zeventiende eeuw verwerft hij zich een landgoed in de omgeving van Dordrecht. Op de resten van een oud kasteel wil hij zijn landhuis laten bouwen. Tijdens de bouw ontdekt men een oude crypte. Hij onderzoekt de crypte en vindt een kist met de drie schijven en enkele boekwerken. Meteen raakt hij in de ban van de eigenschappen van de schijven en het verhaal van een man genaamd, Efestus. Claudius Mingus stuurde, eeuwen geleden, een aantal dappere mannen naar Britannia. Gideon Richter stuurt de geduchte kapitein Lambert Lorentz en zijn mannen naar het inmiddels ontdekte westen. Hun zoektocht brengt hen in een onherbergzaam gebied in het Andesgebergte. De indiaan Quelzor is bereid hen te helpen nadat hij heeft gehoord dat Gideon Richter in het bezit is van drie bijzondere schijven. Er bestaat een verborgen volk dat dit nieuws moet horen. Zij weten wat er moet gebeuren. Zij kennen het pad dat de schijven samen zal brengen.