In Samaritaan besluit een man om een nier af te staan aan een onbekende. Geamuseerd wandelt hij door de bureaucratie van de medische zorg. Zijn omgeving maakt het hem een stuk moeilijker. Is hij niet goed bij zijn hoofd? Gaandeweg krijgt de man meer en meer inzicht in zijn motieven. Die zouden weleens minder zuiver blijken te zijn dan hij dacht. Met zijn nietsontziende en dwingende stijl neemt A.H.J. Dautzenberg de lezer mee in de genadeloze zelfanalyse van een man met een missie. Dat doet hij op een uiterst originele manier: de roman bestaat volledig uit dialogen.