In 1943 schrijft een monnik vanuit Spanje een brief aan zijn broer, Leutnant zur See Karl Hesser, over een testament dat aan Pontius Pilatus toegeschreven zou kunnen worden. De brief valt ook in handen van de Reichsführer Himmler. Korte tijd later wordt de monnik vermoord en ontbrandt de strijd tussen Himmler en admi-raal Canaris, hoofd van de Duitse militaire inlichtingendienst, om het bezit van dat testament. Canaris stuurt Karl als zijn agent aan boord van de U-77 naar Spanje. Nadat Karl een cryptische aanwijzing naar Canaris heeft verzonden, wordt hij nabij Calpe weer door de U-77 opgepikt. Precies op het moment dat een bericht van Canaris met de vindplaats van het testament binnenkomt, wordt het schip aangevallen. Karl overleeft de aanval, wordt in Spanje geïnterneerd, maar ontsnapt. In de laatste oorlogsdagen krijgt hij de Gestapo achter zich aan. In 1946, terug uit Engelse internering, slaagt Karl erin het laatste enigmabericht van Canaris te ontcijferen. Met de Britten op zijn hielen weet hij het testament op te sporen. Pas dan realiseert hij zich het duivelse dilemma van zijn broer, waarom hij vermoord werd en de U-77 verraden werd. Pas in 1974, wanneer Karl door een onderzoeksjournalist benaderd wordt, krijgt hij de kans om de moordenaar van zijn broer en de verrader te ontmaskeren. Tijdens een ijzingwekkende jacht in Calpe en langs de Spaanse kust ontrafelt hij een monsterlijke samenzwering waarin, net als in 1943, nazistisch en religieus dogmatisme elkaar vinden in de personen van de moordenaar en de verrader. Pas dan kan Karl zijn zeer ongebruikelijke wraak nemen.