Op een winderige voorjaarsdag springt Edwin, zestien jaar oud, van het dak van de school. Dit is het verhaal van de nabestaanden. Zijn grootmoeder, die rondfladdert in de zelfzuchtige hippiewereld van haar jeugd, Zijn grootvader, die nu wegzinkt in dementie – of weet hij meer dan hij wil tonen? En zijn moeder Sterre, heen en weer geslingerd tussen wraakzucht en schuldgevoel. Haar worsteling is de kern van deze geschiedenis voer de wetten van het moraal.