Ruim twintig jaar deed de Socialistische Partij erover om in het parlement te komen. Daarna ging het hard. Aan de vooravond van de verkiezingen in 2003 zag het er zelfs naar uit dat ze even veel zetels zou verwerven als de PvdA. Die voorspelling kwam niet uit, de SP eindigde als vierde partij van het land. De radicaal-linkse splinter van weleer ontwikkelde zich tot een fenomeen in de Nederlandse politiek, dat tegenwoordig op alle niveaus meepraat en met zestien wethouders ook over bestuurlijke macht beschikt. De groeistuipen leiden tot felle discussies binnen de partij. Sommigen vrezen dat de drang om groter te worden ten koste zal gaan van het ëactievoeren aan de basis´ waar het ooit om begonnen was. Anderen, onder wie het met tumult vertrokken kamerlid Ali Lazrak, vinden dat de SP een ëantiek soort socialisme´ uitdraagt dat ëniet meer van deze tijd is´. Partijleider en fractievoorzitter Jan Marijnissen speelde een doorslaggevende rol in de doorbraak, maar hem wordt ëautoritair gedrag´ verweten. Wat speelt zich nu werkelijk achter de schermen van de SP af? Bestudering van niet eerder gepubliceerde documenten, een rondgang door het circuit van bijeenkomsten en al dan niet besloten vergaderingen alsmede tientallen gesprekken met leden, dissidente ex-leden, parlementariërs en partijbestuurders leveren een verrassend beeld op.