In De stad en de honden beschrijft Vargas Llosa van het leven op de cadettenschool Colegio Militar Leoncio Prado in Lima, waar hij zelf ook leerling is geweest. Hij heeft in deze roman de mythe willen vernietigen van de 'onbegrepen' en zich tegen het onbegrip van de volwassenen verzettende jeugd. Onder aanvoering van 'de Jaguar' geven de cadetten – 'honden' genoemd – zich over aan alle mogelijke uitspattingen en terroriseren hun zwakkere kameraden. Voorwerp van hun spot en agressie is vooral de eenling Ricardo Arana. Bij een militaire oefening wordt hij zo zwaar gewond dat hij sterft. Vargas Llosa verwerkt in deze roman op uiterst kunstige wijze het verleden van de belangrijkste personages in de vertelling. De De stad en de honden is de roman waarmee Vargas Llosa internationaal doorbrak.