In het jaar 412 begon Aurelius Augustinus aan De civitate Dei, op verzoek van zijn vriend en geloofsgenoot Marcellinus, een hoge Romeinse ambtenaar. Augustinus schreef het boek als antwoord aan degenen die het christelijk geloof verantwoordelijk hielden voor de catastrofale aftakeling van het Romeinse Rijk. Vanaf de vijfde eeuw tot heden heeft deze veelomvattende synthese van theologie en geschiedschrijving een even talrijk als veelsoortig lezerspubliek gehad: christenen en niet-christenen, monniken en vorsten, denkers, geleerden en politici. Het werd bewonderd of verguisd, maar het heeft geen lezer onverschillig gelaten. De stad van God is van grote invloed geweest op de Europese geschiedenis, cultuur, theologie, filosofie en politiek. Ook nu is Augustinus' magnum opusnog een actueel boek, dat veel lezers persoonlijk zal aanspreken. De stad van God is een doorleefde apologie van het christelijk geloof - de uitvoerigste en diepzinnigste die ons door de antieke wereld is Nagelaten - en tegelijk een grandioos overzicht van de geschiedenis van de mensheid, van het begin tot het einde, met voorgeschiedenis en toekomstverwachtingen.