Het politieke debat over de Afghanistan-missie toonde het opnieuw aan: wij zetten het leger alleen in als er geen direct gevaar dreigt. Dat paradoxale gegeven zette auteur Paul Moeyes ertoe aan de functie van het leger en zijn conflictueuze verhouding tot de Nederlandse regering en het parlement te beschrijven, vanaf de Belgische onafhankelijkheid in 1839 tot de mobilisatie aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. In deze uiterst leesbare studie laat Moeyes zien dat honderd jaar 'gewapende neutraliteitspolitiek' zijn uitwerking op de Nederlandse mentaliteit heeft gehad: was de krijgsmacht in 1839 nog de sterke arm van de koning, na honderd jaar vrede en afzijdigheid werd deze nauwelijks nog als een geweldsinstrument gezien. Een geldverslindend, weinig productief instituut was het al die tijd wel. Verantwoordelijke bewindslieden traden te vaak op als zachte heelmeesters, wat volgens de auteur zowel in 1914-1918 als in mei 1940 tot grote problemen leidde.Paul Moeyes (1957) is docent Engelse letterkunde en geschiedenis aan de Educatieve Hogeschool van Amsterdam. Hij publiceerde Siegfried Sassoon: scorched glory en bijdragen aan tijdschriften als Neophilologus, Armamentaria, Historisch Nieuwsblad en Rijksmuseum Bulletin. Bij De Arbeiderspers verscheen van hem Buiten schot. Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog. De pers over Buiten schot:Helder en evenwichtig opgebouwd [….<bold>Vrij NederlandVoor Buiten schot moeten we met een grote zwaai onze hoed afnemen. […<bold>Historisch Nieuwsblad'Don't shoot me, I am only the piano player,' stamelde Dutchbatcommandant Karremans in 1995. 'Dan liever de lucht in!' riep Van Speijk nog heldhaftig in 1830. Honderdvijftig jaar na de Tiendaagse Veldtocht heeft Nederland structureel moeite met de gedachte dat zijn soldaten zich bezighouden met levensbedreigende activiteiten. Het Nederlands leger is een curieus fenomeen. Paul Moeyes stelt zich in De sterke arm, de zachte hand de vraag wat de plaats is van een leger in een niet-martiale cultuur als de onze en komt in een epiloog over Srebrenica tot de conclusie dat Nederland na honderd jaar gewapende neutraliteit en zestig jaar VN de oorlog nog altijd niet begrijpt.