Het Verdronken Land van Saeftinghe, natuur en mystiek, een Genesisland geboetseerd door het getij. Aan de rand van dat verdronken land in Oost-Zeeuws-Vlaanderen ligt een zandheuvel die dateert uit de prehistorie. Het Saeftinghevolk vluchtte ernaartoe toen hun dorpen, eeuwen geleden, wegspoelden. Zo ontstond het dorp Nieuw-Namen aan de Belgische grens, een nest van vissers, stropers, zeehondenjagers, en smokkelaars. Ongebonden, ruw, bijgelovig en armoedig huttenvolk, dat vooral leefde van de zee. In De Sterke van Saeftinghe volgt Paul de Schipper de legendarische visser en oermens Staf de Sterke (Gustaaf de Maayer) en zijn familie. De Sterke kon vissen vangen met zijn voeten, maar gedreven door honger en armoe leerden zijn kinderen om brood te bedelen, te stelen en te smokkelen. De Sterke van Saeftinghe is een familiekroniek over een afgelegen hoek waar Nederland België raakt; 'een plek waar Onze- Lieve-Heer nooit komt'. Een boek vol grensgevallen zoals de herder Jan Boom, die, als Jezus, met zijn ezel door de schorren trok, de zonderlinge pastoor 'nonkel' Tonny die zelfgemaakte geitenkaas met zeezout mengde: tegen eczeem en maagzweren. En Richard Bleijenberg, de eigenzinnige, ongeschoolde schorrenprofessor en schoonzoon van De Sterke, die skeletten uit het schor laat vertellen en met een Zeeuwse vorksprietgarnaal Darwin en de evolutie uitlegt. De Sterke van Saeftinghe is een rijk gedocumenteerde schelmenroman. Vol onvoorstelbare, rauwe verhalen over een harde strijd om het bestaan, in het midden van de vorige eeuw. Een boek als een verrassende spiegel, want zo was Nederland, nog maar heel kort geleden.