De vele "duistere vlekken" in de gebrandmerkte ziel van de "Stille man" lichten op door een wisseling van perspectieven en genres. De auteur toont ten overvloede hoe complex en onvatbaar de vaderfiguur wel is, eerst via jeugdherinneringen van de zoon, vervolgens via brieven van de echtgenote en ten slotte via getuigenissen van familieleden en vrienden. Ondanks de ultieme verzoening van de vader met zijn engelachtige vrouw, eindigt de roman met de pijnlijke ontdekking dat we noch onszelf noch anderen kunnen kennen.