Rudolf is amateurhistoricus met een passie voor Drenthe. Tijdens zijn tochten langs de stille wegen van zijn provincie wordt hij voortdurend geïnspireerd om na te denken over het verleden. Drentse volksverhalen en onbekende geschiedenissen koppelt hij aan wetenschappelijke artikelen en historische teksten om zo het verleden te reconstrueren. Hij vindt een klankbord in de gedaante van een mysterieus gothic-meisje dat in zijn leven verschijnt. Met zijn kennis weet hij haar te raken en geleidelijk voor zich in te nemen. Zij, op haar beurt, weet ook een plekje in zijn hart te veroveren. Maar het is een toevallige ontmoeting met een kritische archeoloog die zijn leven pas echt verandert. Dankzij diens kennis komt hij namelijk tot nieuwe inzichten over de ontstaansgeschiedenis van Drenthe. Het beeld dat ontstaat is even fascinerend als verrassend. In De Stille Wegen Van Drenthe wordt de lezer een uniek kijkje gegund in de geschiedenis van Drenthe. Op bijzondere wijze weet de schrijver heden en verleden en fictie en non-fictie met elkaar te verweven. Het resultaat is een opmerkelijke roman waarin bladzijde voor bladzijde een merkwaardige geschiedenis aan de lezer wordt geopenbaard.