Europa staat aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Maar voor DeFoe Russet, suppoost in het museum van het kleine Canadese stadje Halifax, bestaat de wereld vooral uit zaal C, waarhij verhitte discussies voert met zijn oom Edward, die in zaal A de wacht houdt. De avonden brengt hij door met zijn emotionele vriendin Imogen, die bewaarster is op de joodse begraafplaats. Als in het museum het schilderij op een Amsterdamse gracht van de Nederlandse schilder Joop Heijman arriveert, raakt Imogen volledig geobsedeerd. Ze kleedt zich als de vrouw op het schilderij - waarvoor Heijmans vermoorde vrouw model heeft gestaan - en meet zich een Nederlands accent aan; DeFoe moet machteloos toezien hoe zijn geliefde aan waanzin ten prooi valt. Tegen zijn advies in reist Imogen, in de hoop van haar obsessie te genezen, naar Amsterdam, zich niet bewust van de donkere wolken die zich boven de stad samenpakken.