In De tegenstrijdige generatie zijn de belangrijkste Nederlandstalige dichters bijeengebracht die debuteerden in de jaren zeventig. Deze dichters, geboren tussen 1944 en 1954, zijn inmiddels gevestigde namen die elk op hun manier doorwerken aan een oeuvre en vaak nu, hun beste werk schrijven. Maar voor deze belangrijke stemmen in het hedendaagse poëzielandschap bestaat steeds minder kritische aandacht. Met deze bloemlezing wil Meulenhoff ze de plek geven die ze toekomt. Uniek aan deze bloemlezing is dat de dichters zélf de gelegenheid hebben gekregen hun werk te presenteren; aan hen was de keuze welke gedichten zij noodzakelijk achtten voor een beeld van hun dichtwerk, hoe ze de ontwikkeling die zij hebben doorgemaakt in kaart wilden brengen. De tegenstrijdige generatie geeft hierdoor een blik in de keuken van de dichters zelf en vormt, door ze bijeen te brengen, een uniek document over een generatie die het verdient voor het voetlicht gebracht te worden.