John woont al jaren in Jakarta. Zijn vrienden en hij zijn expats, kort voor expatriates: in het buitenland gestationeerde werknemers. Ze zijn in dienst van westerse ondernemingen die zich massaal op de Indonesische groeimarkt hebben gestort. Ogenschijnlijk is hun leven één groot feest: ze verdienen een vorstelijk salaris, hebben een wild uitgaansleven en gaan vaak een weekendje weg naar de bergen van West-Java of naar een tropisch eiland. Maar het broeit in Jakarta. Het regime heeft zijn langste tijd gehad. De bevolking mort. En de regentijd is dit jaar volkomen van slag.