Tienduizenden jeugdige lezers hebben op school het weinig enerverende begin meegemaakt van een opmars die leidde tot dramatische hoogtepunten waaraan zij nooit toekwamen: veldslagen, verraad, steniging, overnachting in besneeuwde bergen, collectief zelfmoord plegende dorpen, de grote en kleine problemen van tienduizend huursoldaten en hun officieren. Rond zijn vijftigste schreef de Athener Xenofon (ca. 430-350 v.Chr.) in de Anabis over de grote gebeurtenis uit zijn leven. In 401 kreeg hij de uitnodiging om als waarnemer de expeditie van de Perzische prins Cyrus mee te maken, die tot doel had de koning van Perzië, Cyrus' broer, van de troon te stoten. Het Griekse contingent van Cyrus' leger won zijn deel van de slag, maar Cyrus sneuvelde. Toen de Griekse staf verraderlijk was vermoord door de Perzen, trad Xenofon als leider naar voren. Zonder eten, duizenden kilometers van bevriend gebied, begonnen de tienduizend Grieken aan hun barre terugtocht. Het bijzondere van dit boek is dat de schrijver zelf hoofdpersoon wordt: Xenofon schreef de eerste memoires uit de literatuurgeschiedenis.