Friedrich Nietzsche (1844-1900) begon al op zijn twaalfde aan autobiografische schetsen en eindigde zijn leven met de grandioze zelfenscenering Ecce homo. Nietzsches eerste gebod was meester en vormgever van zichzelf te zijn. Hij zag zichzelf als de regisseur én acteur in een theaterstuk van eigen makelij. In Alle lust wil eeuwigheid zet Peter Claessens de belangrijkste 'oerscènes' uit het leven van de filosoof en componist op een rij, dramatische momenten die richtinggevend zijn geweest voor de ontwikkeling van zijn denken. Wervelend en enthousiasmerend volgt de auteur Nietzsche door al zijn metamorfosen, van kleine dominee tot Dionysus, van doodverklaard classicus tot beroemd dier, van verwoede Pruis tot aanklager van alle levensbedreigende waarden. En wat gebeurde er met zijn werk na zijn geestelijke instorting in 1889? Alle lust wil eeuwigheid is een compacte, toegankelijke introductie tot Nietzsches leven en werk en is een onmisbare aanvulling op de Nietzsche-bibliotheek van De Arbeiderspers.