Liber amicorum voor Boudewijn Bakker Al eeuwenlang beklimmen mensen torens en andere gebouwen om de stad en het landschap in een ander perspectief te zien. Zoals de torenklimmer vertelt wat hij heeft gezien, zo bieden de auteurs van dezeessaybundel ons ieder een uitzicht vanaf een door hen gekozen standpunt. Zij vertellen over getekende en geschilderde Amsterdamse stadsgezichten, over criminele hotspots in zestiende-eeuws Amsterdam, een herontdekte canon van de vaderlandse geschiedenis uit 1860, een onbekend spectaculair panorama van Amsterdam uit 1803, de nooit uitgevoerde nieuwbouw van De Bijenkorf midden op de Dam, zeventiende-eeuwse portretten als spiegel van het karakter, over Rembrandt, Ruisdael, Govert Flinck, Hendrick de Keyser, Jacob van Campen en Jan van Goyen, met als inzet het begrijpen van de functies en de betekenissen van de verbeelde wereld. Boudewijn Bakker (1938) studeerde geschiedenis en kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceert geregeld over de theoretische en inhoudelijke aspecten van landschap en stadsgezicht in de beeldende kunst. In 2003 promoveerde hij cum laude aan de Vrije Universiteit op dit onderwerp. Ditliber amicorum verschijnt bij zijn afscheid van het Stadsarchief Amsterdam.Uitgave in samenwerking met het Stadsarchief Amsterdam