Choga Regina Egbeme groeide op in een harem in Nigeria, een jeugd die ze beschreef in de bestseller 'Veertig moeders'. Nadat haar vader haar uithuwelijkte, ontvluchtte Choga met hulp van haar moeder de harem. Samen met haar halfzuster en enkele andere vrouwen uit haar vaders harem betrekt Choga een oude boerderij, waar zij met veel moeite de grond weer vruchtbaar weten te maken. Al snel groeit de boerderij uit tot een bloeiende vrouwengemeenschap, die hulp en onderdak biedt aan vrouwen in nood. Maar hun geheime paradijs wordt van meerdere kanten bedreigd, onder meer door ziektes. Daarnaast staan de vrouwen onder grote druk van de hen omringende radicaal-islamitische bevolking, die grote moeite heeft om de vrouwengemeenschap te accepteren.