Rachel Brown is zeven jaar oud en woont in Los Angeles als haar hippieouders besluiten naar India te verhuizen nom te gaan wonen in de ashram van Meher Baba, de man die onsterfelijk werd door de slogan 'Don't worry, be happy'. Rachel Brown schildert een portret van India zoals het niet vaak door buitenlanders wordt gezien: taxichauffeurs die gebakken aardappels als ruitenwissers gebruiken, cobra's die plots uit een stapel bladeren kunnen opduiken, en borden die waarschuwen voor mensenetende tijgers. Alle vissen gaan op stok is echter vooral een geestig en soms wrang verslag van een zeer vreemde jeugd in een wel erg exotische omgeving.