In De wenteltrap vertelt Karen Armstrong hoe ze, na zeven jaar non te zijn geweest, het klooster verlaat om te gaan studeren. Ze voelt zich als Doornroosje die na een sluimer van honderd jaar in een vreemde, kleurrijke, en beangstigende wereld terechtkomt. In Oxford haalt de zorg voor een autistisch jongetje haar uit haar sociaal isolement. Als haar academische carrière spaak loopt, verhuist ze naar Londen. Daar haalt ze in wat ze al die jaren heeft gemist; ze heeft relaties, feesten en maakt vrienden. Uiteindelijk vertrekt ze in 1982 als journaliste naar Jeruzalem, waar ze zich verdiept in het jodendom en de islam.De rode draad in het leven van Karen Armstrong is haar verlangen naar een integere, persoonlijke vorm van geloven. Net als veel mensen kon Karen Armstrong de bevoogdende religieuze instituties niet langer verdragen en zocht zij haar eigen weg naar God. De wenteltrap bevat het openhartige en aangrijpende verhaal van die zoektocht. Net als in Door de nauwe poort, het verhaal over haar leven als non, lardeert Karen Armstrong haar persoonlijke herinneringen met beschouwingen over het falen van de kerk, het wezen van het geloof, eenzaamheid en spirituele ervaringen.