De Nederlandse poëzie heeft naast veel Grote Gedichten een schat aan prachtige kinderliedjes voortgebracht. 'Jantje zag eens pruimen hangen' van Hieronijmus van Alpen trotseert al twee eeuwen. Jan Pieter Heije had nooit kunnen denken dat zijn 'Zie de maan schijnt door de bomen' door de schoorsteen zou klinken en dat 'Hij heeft gewonnen de Zilvervloot' door voetbalstadions zou schallen. 'Alles in de wind' bevat de honderd beroemdste gedichten van onze bekendste kinderdichters, van de 'Kleine Gedigten voor Kinderen' van Hieronijmus van Alpen, via de volledige Prikkebeen tot de eerste probeersels van een jonge Annie M.G. Schmidt. Daarna volgen maar liefst driehonderd anonieme oer-Hollandse versjes die iedereen kent of hoort te kennen, zoals 'Altijd is Kortjakje ziek', 'Drie schuin-tamboers' en 'Koen maak je mijn schoen'.