Vojta Dukát (Brno, Moravië, 1947) koos in 1968, na de inval van het Warschaupact in Tsjechoslowakije, domicilie in Nederland. Als fotograaf leidde hij een reizend bestaan. zijn heldere stijl, die toch steeds het mysterie van het ogenblik intact laat, oogstte op exposities in binnen- en buitenland grote waardering. Sinds 1988 hooudt hij zich in diverse Oost-Europese landen bezig met videoregistraties van een verdwijnende werkelijkheid. In 1997 ontving hij de Capi-Lux Alblasprijs voor zijn gehele oeuvre.Een opdracht van het Amsterdamse Fonds voor de Kusnt bracht de dichteres Eva Gerlach omstreeks 1990 in contact met deze 'wandelaar langs de weg', wiens voorkeur voor een ongebonden bestaan in kleine kring even vermaard is als de kwaliteit van zijn werk (twee platte doosjes met afdrukken op prentbriefkaartformaat, die hij in zijn binnenzak overal met zich mee pleegt te dragen, en een badkuip vol videobanden in de kelder van zijn ouderlijk huis in Brno).Ondanks zijn tegenzin in tijdslimiet en categorieën ontstond uiteindelijk deze unieke bundel, waarin Gerlachs gedichten zich proberen te verstaan met de enige verzameling van foto's die Dukát tot dusver voor publicatie in boekvorm afstond.