De veertienjarige Erik en zijn schoolvriend Edmund brengen hun zomervakantie door in een klein zomerhuis aan een Zweeds meer. Al zwemmend, roeiend en lezend hebben ze een heerlijke tijd. Stiekem roken ze sigaretten en dagdromen ze over de jonge lerares Ewa, die als twee druppels water op filmster Kim Novak lijkt. Op het dorpsfeest steelt Ewa de harten van alle mannen. Twee dagen erna wordt het lichaam van haar verloofde gevonden. Aanvankelijk staat de broer van Erik, die een verhouding met Ewa had, onder verdenking, maar de echte moordenaar wordt nooit aangehouden. Vijfentwintig jaar later leest Erik toevallig een artikel over onopgeloste misdaden, en herinneringen aan de zomer van toen overspoelen hem. Wat is er destijds eigenlijk gebeurd?