Zweden begin jaren zestig. In een klein zomerhuis aan een van de ontelbare meren brengt de veertienjarige Erik de zomervakantie door met zijn schoolvriend Edmund. Het zal een fantastische zomer worden, denken ze. Ze zwemmen, roeien, lezen, roken stiekem sigaretten en zwijmelen bij de jonge lerares Ewa, die als twee druppels water op actrice Kim Novak lijkt. Op het dorpsfeest steelt Ewa de harten van alle mannen. Twee dagen later wordt het lichaam van haar verloofde gevonden. Aanvankelijk staat de broer van Erik, die een verhouding met Ewa had, onder verdenking, maar de echte moordenaar wordt uiteindelijk nooit aangehouden.