Het is de lange, hete zomer van 1970. In een kasteel in Italië beleeft een groep jonge mensen de seksuele revolutie. De meisjes gedragen zich als jongens; de jongens ook. De student Engelse letterkunde Keith Naring probeert de tijdgeest naar zijn hand te zetten – maar dertig jaar later komt hij erachter dat de seksuele revolutie weliswaar van fluweel was (in tenminste twee betekenissen), maar dat er wel degelijk slachtoffers zijn gevallen. De zwangere weduwe is een zedenschets maar ook een nachtmerrie – in elk geval een roman die zich in alle opzichten kan meten met het recente werk van Ian McEwan of Philip Roth, de grote romanciers van onze tijd, die ons werkelijk iets te vertellen hebben over waar we vandaan komen.