December – donkerste maand, lichtste maand, voor de één een feestmaand voor de ander een rampmaand – is de maand van de lange, gure avonden. Van de gordijnen dicht, en een boek op schoot. En dan het liefst een boek waarin het sneeuwt, en meisjes met zwavelstokjes voor de ramen staan. Een jongen van achttien zet nog steeds zijn schoen,met een wortel erin en een bakje water ernaast. Een echtpaar weet niet van elkaar dat ze twee daklozen in hun huis-in-aanbouw van een slaapplaats en proviand voorzien. Omdat het bijna Kerstmis is, durven ze de arme zielen niet weg te sturen. In alle verhalen hebben de personages van Vonne van der Meer de moed omin hun dromen te geloven en daarnaar te handelen.