Nederland verandert voortdurend, en in alles: het landschap, de stad, de kust, het platteland, maar ook de bevolking, taal en cultuur, vrijetijdsbesteding, het gezin. Altijd al zo geweest maar het lijkt steeds sneller te gebeuren. In de afgelopen twee decennia is er méér veranderd dan in de eeuw ervoor. En verdwenen. Zo goed als we onze cultuurhistorische erfenis koesteren, onze monumenten in ere houden en onze natuur beschermen, zo sluipenderwijs verdwijnen er bijna dagelijks dingen: vergezichten, gebouwen en tradities waarvan je je pas bewust wordt áls ze er niet meer zijn. De kerk, de buurtwinkel, de vrouwen in klederdracht, het dorpsschooltje, het weiland - weg, plaatsgemaakt voor iets anders. De emigrant die na een paar jaar terugkomt, is al gedesoriënteerd: is dit zijn vaderland? Hoe gek en vervreemdend moet het dan wel niet zijn voor iemand die er al in geen twintig jaar is geweest? In Denkend aan Holland schrijft Tomas Ross in briefvorm aan zijn in 1991 overleden moeder wat er allemaal sinds haar dood is veranderd, verdwenen en op het punt staat óm te verdwijnen. Haar kleindochter, fotografe Iona Hogendoorn, legde het vast in beeld: wat er voor in de plaats is gekomen maar vooral ook wat er nog is. Denkend aan Holland is daarmee een tijdloos boek geworden voor iedereen die er leeft, woont en werkt.