In 2006 stond elvis peeters met zijn roman De ontelbaren op de shortlist van de Libris Literatuurprijs. Terwijl een nieuwe roman in voorbereiding is, rijpte intussen een indrukwekkende dichtbundel. Met dit poëziedebuut treedt de Vlaming voor het eerst als dichter naar buiten. Door de eenvoud van taal lijken de gedichten van elvis peeters zich meteen prijs te willen geven, maar niets is minder waar. In Dichter heerst een aangename, soms verontrustende raadselachtigheid. Peeters toont in zijn poëzie hoe mensen voortdurend worstelen met hun woorden. Hoe ze al stamelend hun waarheid, ervaringen en drijfveren proberen te duiden, vaak tevergeefs. Met zijn bezwerende gedichten daagt hij de lezer uit ver achter de woorden te reiken en mee te reizen met de opgeroepen klanken en beelden. Dichter laat zich lezen als een oproep 'het weten' los te laten, en vooral onze intuïtie te laten zingen. Lied Avond vloeit langs het water, aarde ligt vast aan de oevers, deze vogels die schreeuwen, kennen mij ook. Op dit uur heb ik geen ouders, geen broer, geen zus, op dit uur, heb ik geen kind dat ik wil. Alles in mij is aanwezig, alleen ik ben er niet, De woorden die ik zing zijn bestemd voor een heel ander lied.