Matthieu Zéla's leven, dat met moord begint en met verlossing eindigt, heeft één kenmerk dat in alle opzichten uitzonderlijk is: tegen het eind van de achttiende eeuw komt de veroudering van zijn lichaam tot stilstand. Zéla is dan vijftig en heeft nog twee volle eeuwen van groots en meeslepend leven voor de boeg. Hij is ingenieur, fraudeur, filmmagnaat, militair, financier, bestuurder van een satellietzender en minnaar van honderdnegentien vrouwen. Hij kent moord, verraad, vertwijfeling, hartstocht, roem en uiteindelijk hoop.Boyne neemt ons mee op een duizelingwekkende reis door de tijd, van het Hollywood van de jaren twintig naar de Wereldtentoonstelling van 1851, van de Franse Revolutie van 1789 naar de Beurskrach van 1929 in Wall Street. Op ingenieuze wijze verweeft hij geschiedenis en fictie tot een wervelend verhaal, waar het vertelplezier van af spat.