Geen treuriger moment in Niels Holgerssons wonderbare reis van Selma Lagerlöf dan wanneer Niels de dieren niet meer kan verstaan. Een hele zomer lang heeft hij als dwerg tussen de ganzen geleefd; al die tijd is hij deelgenoot geweest van hun lief en leed - en dan komt opeens het moment dat de communicatie is verbroken. Ze spreken tegen elkaar en ze verstaan elkaar niet meer. Niels is teruggekeerd naar de mensenwereld en niets dat hem zo hevig aangrijpt als het verbroken contact met de dieren. Veel van de gedichten in deze bundel getuigen van het verlangen naar die verloren wereld. Dat wordt uitgedrukt door de aanblik van een landschap, door de herinnerde smaak van eten, door het spelen met de taal, door het eigenzinnige gedrag van voorwerpen - dingen die naar boven vallen, licht dat bewaard wordt in een doosje, schoenen waarin nog de herinnering aan pijn in je voet is blijven zitten. Lees over het mompelen in de droom, over de smaak van kleuren, over de jaren zonder juni die zo vlug voorbijgaan, over hoe de kraai heet in de dooier en waar je elkaar in het geheim aan herkent als je voor elkaar bestemd bent. Dat is de wereld waartoe alleen dierentaal toegang geeft; een wereld van ongehoorzaamheid aan de natuurwetten en aan het voorbijgaan van de tijd.