Het verhaal van Dirk Scheringa leek een Amerikaanse droom te worden. Het komt in Nederland niet vaak voor dat de zoon van een kaasmaker, die onder aan de maatschappelijke ladder begint, het uiteindelijk schopt tot bankdirecteur én eigenaar van een voetbalclub en een museum. Maar na de droom kwam een koud ontwaken, toen DSB in 2009 de steun van De Nederlandsche Bank verloor, en niet gered werd in de storm van de financiële crisis. Volgens sommigen heeft deze kleurrijke figuur hetdebacle aan zichzelf te wijten: door zijn sluwe koopmansgeest en dadendrang begaf hij zich ver buiten de toelaatbare banknormen en zag hij waarschuwingssignalen over het hoofd. Anderen denken dat er eerder sprake was van jaloezie en de weigering een uitzonderlijk zakentalent de verdiende erkenning te geven. Wie is deze man? Wat drijft hem, wat zijn zijn doelen en gevoeligheden? Frits Conijn schreef dit gedetailleerde en verhelderende levensverhaal, een zorgvuldige reconstructie van het fenomeen Scheringa. Conijn toont aan hoe de teloorgang van DSB op allerlei manieren samenhangt met het karakter van Scheringa, met zijn opvoeding en eerste stappen op het pad van de ondernemer, zijn lange relatie met Baukje de Vries, de overname van voetbalclub AZ, zijn kunstaankopen en zijn relaties met werknemers en collega-bankiers. Dit boek werpt een kritische blik op Scheringa's zakelijke beslissingen, maar is tegelijk het levendig geschreven portret van een man die in alles een uitzonderingspositie innam.