Voor een levende literatuur is niet alleen schrijftalent nodig, maar ook leestalent. Vormen van lezen die zelf tot schrijven kunnen worden. Tot de veranderingen die de literaire cultuur de afgelopen jaren heeft ondergaan behoort de teloorgang van het literaire essay. Toch zijn juist die langere interpreterende stukken over verhalen en gedichten, waarvoor in kranten en tijdschriften steeds minder ruimte bestaat, belangrijke schakels in het gesprek tussen schrijver en lezer, of beter nog: tussen lezer en tekst. In Dit nog, ook dit heeft Wiel Kusters, die in de jaren tachtig en negentig behalve als dichter naam heeft gemaakt als criticus voor NRC Handelsblad en de Volkskrant, essays bijeengebracht die getuigen van zijn verrassende leeskunst. In dit boek komen naast dichters als W.H. Auden, J.C. Bloem, Willem Elsschot, Vasalis, Jan Hanlo, Gerrit Kouwenaar en Huub Beurskens ook de prozaschrijvers Louis Paul Boon, W.F. Hermans en Edgar Allan Poe ter sprake.