Naast de trots van Dombey staat in het tweede deel van het boek een andere trots, die van Edith, zijn tweede vrouw. Edith veracht iedereen een alles, ook Dombey en vooral zichzelf. Alleen de jonge Florence vermag haar kille trots te ontwapenen, zij mag soms een glimp zien van de menselijke warmte die Edith zichzelf ontzegt. Tot Dombey hun vriendschap verbreekt, met de hulp van zijn sluwe ondergeschikte Carker. Maar dit heeft voor Dom… meer